Show
Sort by
-
'Voorlopig-denk-ik-ik-ben-een-kunstenaar' - The discourse of the avant-gardist Paul van Ostaijen between 1916 and 1921
-
Recensie: P. Couttenier (red.), Een eeuw Gezelle 1899-1999. Colloquium Brugge 19 en 20 november 1999, Leuven, Peeters, 2000; en L. Missinne en L. Geeraedts (eds.), Zehn Zeilen und ein Zauberschlag. Guido Gezelle (1830-1899). Priester, Lehrer und Dichter, Münster-Berlin, Waxmann, 2000.
-
Recensie: 'In het liefdeleven ligt gansch het leven'. Het beeld van de vrouw in het Nederlands realistisch proza, 1885-1930 / Harold van Dijk.
-
Recensie: Constantijn Huygens, Nederlandse gedichten 1614-1625. Historisch-kritische uitgave verzorgd door A. Leerintveld.
-
'Tot Babels schande' : een refreinfeestbundel in het calvinistische Brussel
-
'Een-dichter-van-straks': the attitude of Karel Van de Woestijne towards the journal Van Nu en Straks (Flemish, fin-de-siecle)
-
Recensie: B. Besamusca, F. Brandsma & D. van der Poel, Hoort wonder! Opstellen voor W.P. Gerritsen bij zijn emeritaat.
-
De moraal van het verhaal (over Esopet 49, 15-18)
-
Recensie: J. Deschamps en H. Mulder, Inventaris van de Middelnederlandse handschriften van de Koninklijke Bibliotheek van België (voorlopige uitgave).
-
Handboek culturele studies