- Author
- Arthur Sollie (UGent)
- Organization
- Abstract
- Een student spoot tijdens de recente betogingen tegen Macrons sociale afbraak in Frankrijk, de volgende slogan op Mariannes sokkel op de Place de la République: “Mai ‘68, ils commémorent, nous recommençons [Mei ‘68, zij herdenken, wij herbeginnen].” Herbeginnen veronderstelt een mogelijke actualiteit van mei ‘68. De rechts-conservatieve Benno Barnard wist hierover te zeggen dat het probleem erin bestaat dat mei ‘68 nu al vijftig jaar duurt. Waarom zou men iets herbeginnen dat nog steeds bezig is? Er zit een contradictie tussen deze twee houdingen. Er mist nog een derde, de hegemonische continuïteit van liberaal links, die de erfenis ervan opeist. Cohn-Bendit, de aanvoerder van mei ‘68, wisselde zijn revolutionaire carrière in voor een proliberale koers, waarover hij met Guy Verhofstadt een boek heeft geschreven. Jacques-Alain Miller, een van de centrale figuren van het Althusseriaans-Lacaniaanse maoïsme rond ’68, gaf vorige Franse presidentsverkiezingen zijn volle steun aan de liberale Emmanuel Macron. Deze liberale koers domineert niet alleen op politiek, maar ook op academisch niveau. Het feit dat deze koers barsten begint te vertonen gelijktijdig met de verkiezingsoverwinning van Donald Trump en de opkomst van nieuw rechts, zegt iets over deze koers zelf. Wat gebeurt hier net? Deze mijlpaal confronteert links met de actuele polemiek ‘identiteitspolitiek of klassenstrijd?’, waarbij de eerste voor de liberale erfenis staat en de tweede voor een politiek die mogelijks dichter aanleunt bij de gebeurtenissen van mei ‘68. De aanvoerders van klassenstrijd krijgen vaak het verwijt problank en niet antiracistisch te zijn. Ik werk in dit artikel uit dat dit niet slechts niet zo hoeft te zijn, maar dat meer nog, zonder klassenstrijd, antiracisme steriel is, en vooral dient als doekje voor het bloeden om klassenstrijd achterwege te laten. Ik sta erachter dat enkel een volledige doorwerking van deze linkse liberale erfenis ons terug bij de moeilijk te verteren wortel van mei ‘68 brengt.
- Keywords
- may 68, class struggle, liberalism, postmodernism, identity politics, liberal left
Downloads
-
39e2d7897e0d2d8529758c9a2370798e90f7.pdf
- full text (Published version)
- |
- open access
- |
- |
- 184.97 KB
Citation
Please use this url to cite or link to this publication: http://hdl.handle.net/1854/LU-8673588
- MLA
- Sollie, Arthur. “Mei ’68 : De Luis in de Pels van Het Liberalisme.” DE UIL VAN MINERVA, vol. 31, no. 2, 2019, pp. 85–91, doi:10.21825/uvm.v31i2.9773.
- APA
- Sollie, A. (2019). Mei ’68 : de luis in de pels van het liberalisme. DE UIL VAN MINERVA, 31(2), 85–91. https://doi.org/10.21825/uvm.v31i2.9773
- Chicago author-date
- Sollie, Arthur. 2019. “Mei ’68 : De Luis in de Pels van Het Liberalisme.” DE UIL VAN MINERVA 31 (2): 85–91. https://doi.org/10.21825/uvm.v31i2.9773.
- Chicago author-date (all authors)
- Sollie, Arthur. 2019. “Mei ’68 : De Luis in de Pels van Het Liberalisme.” DE UIL VAN MINERVA 31 (2): 85–91. doi:10.21825/uvm.v31i2.9773.
- Vancouver
- 1.Sollie A. Mei ’68 : de luis in de pels van het liberalisme. DE UIL VAN MINERVA. 2019;31(2):85–91.
- IEEE
- [1]A. Sollie, “Mei ’68 : de luis in de pels van het liberalisme,” DE UIL VAN MINERVA, vol. 31, no. 2, pp. 85–91, 2019.
@article{8673588, abstract = {{Een student spoot tijdens de recente betogingen tegen Macrons sociale afbraak in Frankrijk, de volgende slogan op Mariannes sokkel op de Place de la République: “Mai ‘68, ils commémorent, nous recommençons [Mei ‘68, zij herdenken, wij herbeginnen].” Herbeginnen veronderstelt een mogelijke actualiteit van mei ‘68. De rechts-conservatieve Benno Barnard wist hierover te zeggen dat het probleem erin bestaat dat mei ‘68 nu al vijftig jaar duurt. Waarom zou men iets herbeginnen dat nog steeds bezig is? Er zit een contradictie tussen deze twee houdingen. Er mist nog een derde, de hegemonische continuïteit van liberaal links, die de erfenis ervan opeist. Cohn-Bendit, de aanvoerder van mei ‘68, wisselde zijn revolutionaire carrière in voor een proliberale koers, waarover hij met Guy Verhofstadt een boek heeft geschreven. Jacques-Alain Miller, een van de centrale figuren van het Althusseriaans-Lacaniaanse maoïsme rond ’68, gaf vorige Franse presidentsverkiezingen zijn volle steun aan de liberale Emmanuel Macron. Deze liberale koers domineert niet alleen op politiek, maar ook op academisch niveau. Het feit dat deze koers barsten begint te vertonen gelijktijdig met de verkiezingsoverwinning van Donald Trump en de opkomst van nieuw rechts, zegt iets over deze koers zelf. Wat gebeurt hier net? Deze mijlpaal confronteert links met de actuele polemiek ‘identiteitspolitiek of klassenstrijd?’, waarbij de eerste voor de liberale erfenis staat en de tweede voor een politiek die mogelijks dichter aanleunt bij de gebeurtenissen van mei ‘68. De aanvoerders van klassenstrijd krijgen vaak het verwijt problank en niet antiracistisch te zijn. Ik werk in dit artikel uit dat dit niet slechts niet zo hoeft te zijn, maar dat meer nog, zonder klassenstrijd, antiracisme steriel is, en vooral dient als doekje voor het bloeden om klassenstrijd achterwege te laten. Ik sta erachter dat enkel een volledige doorwerking van deze linkse liberale erfenis ons terug bij de moeilijk te verteren wortel van mei ‘68 brengt.}}, author = {{Sollie, Arthur}}, issn = {{0772-4381}}, journal = {{DE UIL VAN MINERVA}}, keywords = {{may 68,class struggle,liberalism,postmodernism,identity politics,liberal left}}, language = {{dut}}, number = {{2}}, pages = {{85--91}}, title = {{Mei ’68 : de luis in de pels van het liberalisme}}, url = {{http://doi.org/10.21825/uvm.v31i2.9773}}, volume = {{31}}, year = {{2019}}, }
- Altmetric
- View in Altmetric