@phdthesis{8643200,
  abstract     = {{Het proefschrift behandelt de rol van emoties in Belgisch heropvoedingsinstellingen voor jeugddelinquenten tussen 1890 en 1965. Twee historiografische tradities worden hierbij verbonden: de historische criminologie en de geschiedenis van emoties. De historische criminologie beschikt over een lange traditie van onderzoek naar jeugddelinquentie maar besteedde vooralsnog geen aandacht aan emoties. De geschiedenis van emoties biedt dan ook een grote meerwaarde. Omgekeerd heeft deze jonge onderzoekstak veel baat bij de expertise van historisch criminologen in het onderzoeken van sociaal kwetsbare groepen. Ik gebruik vier Belgische instellingen als casestudies: de jeugdgevangenissen van Gent (jongens) en Sint-Andries-Brugge (meisjes) voor de late negentiende eeuw en de Rijksopvoedingsgestichten van Mol (jongens) en Brugge (meisjes) voor de twintigste eeuw, aangevuld met een studie van het Centraal Waarnemingsgesticht van Mol. In totaal werden er 200 persoonsdossiers bestudeerd, aangevuld met andere institutionele archiefbronnen en publicaties uit de betreffende periode. 
Het proefschrift bestaat uit drie delen. Het eerste deel bestudeert de rol van emoties in het Centraal Waarnemingsgesticht van Mol. Ik analyseer de intellectuele concepten van emoties, het gebruik van de observatieformulieren en de observatiepraktijken. Ik beargumenteer dat de observatie van emoties getuigt van een hybride verandering in het interbellum, beïnvloed door de neo-Thomistische psychologie, lokale penitentiaire tradities en praktijken uit het psycho-pedagogische veld. Het tweede deel behandelt de rol van emoties in de dagelijkse interacties tussen opvoeders en jongeren. Zulke interacties worden in de literatuur vaak gereduceerd tot manifestaties van institutioneel geweld, maar mijn onderzoek toont dat de interpersoonlijke contacten een veel bredere waaier aan sociale interacties beslaan. Ik toon aan dat er verschillende emotionele klimaten bestonden onder de instellingen die zich manifesteerden in pedagogische opvattingen, praktijken en de wisselwerking tussen ruimtelijkheid en emoties. Het laatste deel plaatst de egodocumenten van de jongeren centraal. Deze egodocumenten illustreren hoe de jongeren onderhandelden over emoties en het zelf, hoe ze hun opsluitingstijd en hun emoties beleefden en tot slot gebruik ik clandestiene correspondentie van meisjes om te tonen hoe zij de institutionele emotienormen contesteerden vanuit hun eigen culturele kaders. Overkoepelend toont het proefschrift aan dat het prisma van emoties een verfijning aanbrengt in de algemene noties van discipline, heropvoeding en straf, waarbij de bronnen een unieke blik bieden op emotionele praktijken van sociaal kwetsbare groepen.}},
  author       = {{Nys, Laura}},
  keywords     = {{emotions,juvenile delinquents,Belgium}},
  language     = {{dut}},
  pages        = {{XXV, 560}},
  publisher    = {{Universiteit Gent. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte ; Vrije Universiteit Brussel.}},
  school       = {{Ghent University}},
  title        = {{Het hart van Gabriel B. : jongeren en hun gevoelens in Belgische heropvoedingsinstellingen voor jeugddelinquenten, 1890-1965}},
  year         = {{2020}},
}