Advanced search
1 file | 8.49 MB Add to list

Radiofrequency catheter ablation as a new treatment for supraventricular arrhythmias in horses

Eva Buschmann (UGent)
(2025)
Author
Promoter
(UGent) , (UGent) and (UGent)
Organization
Project
Abstract
Supraventricular tachyarrhythmias are common in horses and pose a risk to both equine welfare and rider safety. Pharmacological or electrical cardioversion is currently used to treat atrial tachycardia and atrial fibrillation, but this approach leaves the arrhythmogenic tissue intact, making horses prone to recurrence. At present, no treatment options are available for frequently occurring premature atrial complexes or accessory pathways in horses. Until now, the diagnosis of arrhythmias in horses has largely relied on surface electrocardiography, which can define the type of arrhythmia but does not provide insight into the mechanism or location of the arrhythmia. Invasive electrophysiological studies are needed for further investigation. In horses, advanced electrophysiological studies remained unexplored until recently due to limited imaging options. Recent developments in three-dimensional electro-anatomical mapping (3D EAM) in horses open new possibilities for more detailed electrophysiological studies. With the 3D EAM system, catheter positions in the heart can be visualised in real time without the need for additional imaging modalities, allowing precise identification of the arrhythmia’s origin. This paves the way for radiofrequency catheter ablation, in which targeted scar tissue is created to permanently eliminate the arrhythmia. Because horses have a large heart, thick myocardial walls, and high blood flow, ablation settings must be adapted to achieve durable and safe lesions. The general aim of this PhD was to develop novel catheter-based diagnostic and therapeutic techniques for supraventricular tachyarrhythmias in horses. Mapping techniques, including multiple catheter recording and 3D EAM, were adapted for use in horses to unravel the underlying mechanism and origin of arrhythmias. In addition, to provide a permanent treatment for arrhythmias, the optimal ablation approach was determined. The final aim was to implement these techniques in the treatment of naturally-occurring arrhythmias in horses. Multiple catheter recording in sinus rhythm and during right and left atrial pacing resulted in characteristic activation patterns. This can aid in identifying the origin of arrhythmia and opens up possibilities for electrophysiological studies in the standing horses. To optimise treatment by ablation, the effect of radiofrequency settings on lesion dimensions in equine myocardium using an in vitro model were described. To further optimise lesion formation, and thereby reducing recurrence risk, contact force-sensing catheters and the ablation index were used to isolate the caudal vena cava and pulmonary veins. The experience gained in these studies allowed to apply these techniques to diagnose and treat several types of naturally-occurring arrhythmias in clinical patients. Both impedance-based and magnetic-based 3D EAM systems were used and provided insights into the origin and mechanisms of arrhythmias. Typical atrial flutter in horses was identified as a macro-reentry circuit in the caudal right atrium. Caudal vena cava isolation, guided by the ablation index or lesion size index was effective to provide long-term freedom of atrial tachycardia in all horses. Furthermore, the mid right atrial free wall was identified as a predilection site of frequent premature atrial complexes in three horses, with a successful ablation performed in one horse. Electrocardiographic findings of accessory pathways in seven horses were described and were identified by 3D EAM in two horses. Although still challenging, ablation might provide a permanent solution for premature atrial complexes and accessory pathways. Challenges were mainly related to the thick equine myocardial wall and techniques to create deeper lesions should be investigated. Finally, the first experiences to reduce arrhythmogenic substrate in horses with recurrent, persistent atrial fibrillation by 3D EAM and radiofrequency catheter ablation were described, and indicated that recurrence was still observed. More research about the pathophysiology of equine atrial fibrillation is required to develop a targeted treatment. This PhD shows that mapping and ablation of supraventricular arrhythmias in horses is a highly promising technique to provide a permanent treatment.
Supraventriculaire hartritmestoornissen komen vaak voor bij paarden, en vormen een risico voor zowel het welzijn van het paard, als de veiligheid van de ruiter. Farmacologische of elektrische cardioversie wordt momenteel toegepast voor de behandeling van atriale tachycardie en atriale fibrillatie, maar deze aanpak laat het aritmogene weefsel intact, waardoor paarden gevoelig blijven voor herval. Er zijn momenteel geen behandelingsopties beschikbaar voor frequent voorkomende premature atriale complexen of accessory pathways bij paarden. Tot nu toe werd de diagnose van hartritmestoornissen bij paarden grotendeels gebaseerd op oppervlakte elektrocardiografie (ECG), wat het type ritmestoornis kan definiëren, maar geen inzicht geeft in het mechanisme of de locatie van de hartritmestoornis. Invasieve elektrofysiologische onderzoeken zijn nodig om dit beter te onderzoeken, wat bij paarden tot voor kort onontgonnen terrein bleef door de beperkte beeldvormingsmogelijkheden. Recente ontwikkelingen in driedimensionale elektro-anatomische mapping (3D EAM) bij paarden, openen nieuwe mogelijkheden voor gedetailleerder elektrofysiologisch onderzoek. Met het 3D EAM systeem kunnen katheterposities in real-time in het hart gevisualiseerd worden zonder dat er andere beeldvormingsmodaliteiten nodig zijn, waardoor de oorsprong van de hartritmestoornis nauwkeurig kan bepaald worden. Dit opent de weg naar radiofrequente katheter ablatie, waarbij littekenweefsel gericht gecreëerd wordt om de hartritmestoornis definitief te beëindigen. Omdat paarden een groot hart, een dikke myocardwand en een hoge bloedstroom hebben, moeten ablatie-instellingen specifiek aangepast worden om effectieve en veilige laesies te bekomen. Het algemene doel van dit doctoraat was het ontwikkelen van nieuwe katheter-gebaseerde diagnostische en therapeutische technieken voor supraventriculaire hartritmestoornissen bij paarden. Mapping technieken, waaronder multipel katheter mapping en 3D EAM, werden op punt gesteld voor gebruik bij paarden, met als doel het ontrafelen van de anatomische oorsprong en het onderliggende mechanisme van de hartritmestoornis. Om een permanente behandeling te bekomen, werd bovendien de optimale aanpak voor ablatie bepaald. Het uiteindelijke doel was om deze technieken toe te passen bij de behandeling van natuurlijk voorkomende hartritmestoornissen bij paarden. Multipel katheter mapping tijdens sinusritme en rechter en linker atriaal pacen resulteerde in karakteristieke activeringspatronen. Hiermee kan de oorsprong van de hartritmestoornis beter bepaald worden, wat mogelijkheden opent voor elektrofysiologisch onderzoek bij staande paarden. Om behandeling met ablatie te optimaliseren, werd het effect van radiofrequente instellingen op de laesieafmetingen in het myocardium van paarden in vitro onderzocht. Om de vorming van laesies verder te optimaliseren en zo het risico op recidief te verminderen, werden contact force-gevoelige katheters gebruikt in combinatie met de ablatie index om de caudale vena cava en pulmonaal venen te isoleren. De ervaring die in deze onderzoeken is opgedaan, maakte het mogelijk om deze technieken toe te passen om verschillende natuurlijk voorkomende hartritmestoornissen bij klinische patiënten te diagnosticeren en te behandelen. Zowel op impedantie-gebaseerde als op magnetisme-gebaseerde 3D EAM systemen werden gebruikt en gaven inzicht in de oorsprong en mechanismen van hartritmestoornissen. Typische atriale flutter bij paarden werd geïdentificeerd als een macro-reentry circuit in het caudale rechter atrium. Caudale vena cava isolatie, begeleid door de ablatie index of lesion size index, was effectief om bij alle paarden een permanente behandeling voor atriale flutter te bekomen. Bovendien werd de rechter atriale mid-vrije wand geïdentificeerd als een predilectieplaats van frequente premature atriale complexen bij drie paarden, met een succesvolle ablatie uitgevoerd bij één paard. Elektrocardiografische kenmerken van accessory pathways werden beschreven bij zeven paarden en de exacte locatie werd geïdentificeerd met behulp van 3D EAM bij twee. Hoewel ablatie nog steeds een uitdaging is, kan het een permanente oplossing bieden voor premature atriale complexen en accessory pathways. De voornaamste uitdagingen zijn gerelateerd aan de dikke myocardwand van paarden, waardoor technieken om diepere laesies te creëren moeten worden onderzocht. Ten slotte werden de eerste ervaringen beschreven om aritmogeen substraat te verminderen bij paarden met recidiverende, persistente atriale fibrillatie door 3D EAM en radiofrequente katheter ablatie, maar hieruit bleek dat herval nog steeds voorkwam. Meer onderzoek is nog nodig naar de pathofysiologie van atriale fibrillatie bij paarden om een gerichte behandeling te ontwikkelen. Dit doctoraat vormt een doorbraak in de behandeling van supraventriculaire hartritmestoornissen bij paarden en geeft aan dat ablatie een veelbelovende techniek is om een permanente behandeling te bieden.
Keywords
Horse, Cardiology, Arrhythmias, Electrophysiology

Downloads

  • (...).pdf
    • full text (Published version)
    • |
    • UGent only
    • |
    • PDF
    • |
    • 8.49 MB

Citation

Please use this url to cite or link to this publication:

MLA
Buschmann, Eva. Radiofrequency Catheter Ablation as a New Treatment for Supraventricular Arrhythmias in Horses. Ghent University. Faculty of Veterinary Medicine., 2025.
APA
Buschmann, E. (2025). Radiofrequency catheter ablation as a new treatment for supraventricular arrhythmias in horses. Ghent University. Faculty of Veterinary Medicine., Merelbeke-Melle, Belgium.
Chicago author-date
Buschmann, Eva. 2025. “Radiofrequency Catheter Ablation as a New Treatment for Supraventricular Arrhythmias in Horses.” Merelbeke-Melle, Belgium: Ghent University. Faculty of Veterinary Medicine.
Chicago author-date (all authors)
Buschmann, Eva. 2025. “Radiofrequency Catheter Ablation as a New Treatment for Supraventricular Arrhythmias in Horses.” Merelbeke-Melle, Belgium: Ghent University. Faculty of Veterinary Medicine.
Vancouver
1.
Buschmann E. Radiofrequency catheter ablation as a new treatment for supraventricular arrhythmias in horses. [Merelbeke-Melle, Belgium]: Ghent University. Faculty of Veterinary Medicine.; 2025.
IEEE
[1]
E. Buschmann, “Radiofrequency catheter ablation as a new treatment for supraventricular arrhythmias in horses,” Ghent University. Faculty of Veterinary Medicine., Merelbeke-Melle, Belgium, 2025.
@phdthesis{01K8AQRAW32PM1DXB6SFHC44EP,
  abstract     = {{Supraventricular tachyarrhythmias are common in horses and pose a risk to both equine welfare and rider safety. Pharmacological or electrical cardioversion is currently used to treat atrial tachycardia and atrial fibrillation, but this approach leaves the arrhythmogenic tissue intact, making horses prone to recurrence. At present, no treatment options are available for frequently occurring premature atrial complexes or accessory pathways in horses.
Until now, the diagnosis of arrhythmias in horses has largely relied on surface electrocardiography, which can define the type of arrhythmia but does not provide insight into the mechanism or location of the arrhythmia. Invasive electrophysiological studies are needed for further investigation. In horses, advanced electrophysiological studies remained unexplored until recently due to limited imaging options. Recent developments in three-dimensional electro-anatomical mapping (3D EAM) in horses open new possibilities for more detailed electrophysiological studies. With the 3D EAM system, catheter positions in the heart can be visualised in real time without the need for additional imaging modalities, allowing precise identification of the arrhythmia’s origin. This paves the way for radiofrequency catheter ablation, in which targeted scar tissue is created to permanently eliminate the arrhythmia. Because horses have a large heart, thick myocardial walls, and high blood flow, ablation settings must be adapted to achieve durable and safe lesions.
The general aim of this PhD was to develop novel catheter-based diagnostic and therapeutic techniques for supraventricular tachyarrhythmias in horses. Mapping techniques, including multiple catheter recording and 3D EAM, were adapted for use in horses to unravel the underlying mechanism and origin of arrhythmias. In addition, to provide a permanent treatment for arrhythmias, the optimal ablation approach was determined. The final aim was to implement these techniques in the treatment of naturally-occurring arrhythmias in horses.
Multiple catheter recording in sinus rhythm and during right and left atrial pacing resulted in characteristic activation patterns. This can aid in identifying the origin of arrhythmia and opens up possibilities for electrophysiological studies in the standing horses. To optimise treatment by ablation, the effect of radiofrequency settings on lesion dimensions in equine myocardium using an in vitro model were described. To further optimise lesion formation, and thereby reducing recurrence risk, contact force-sensing catheters and the ablation index were used to isolate the caudal vena cava and pulmonary veins. The experience gained in these studies allowed to apply these techniques to diagnose and treat several types of naturally-occurring arrhythmias in clinical patients. Both impedance-based and magnetic-based 3D EAM systems were used and provided insights into the origin and mechanisms of arrhythmias. Typical atrial flutter in horses was identified as a macro-reentry circuit in the caudal right atrium. Caudal vena cava isolation, guided by the ablation index or lesion size index was effective to provide long-term freedom of atrial tachycardia in all horses. Furthermore, the mid right atrial free wall was identified as a predilection site of frequent premature atrial complexes in three horses, with a successful ablation performed in one horse. Electrocardiographic findings of accessory pathways in seven horses were described and were identified by 3D EAM in two horses. Although still challenging, ablation might provide a permanent solution for premature atrial complexes and accessory pathways. Challenges were mainly related to the thick equine myocardial wall and techniques to create deeper lesions should be investigated. Finally, the first experiences to reduce arrhythmogenic substrate in horses with recurrent, persistent atrial fibrillation by 3D EAM and radiofrequency catheter ablation were described, and indicated that recurrence was still observed. More research about the pathophysiology of equine atrial fibrillation is required to develop a targeted treatment. This PhD shows that mapping and ablation of supraventricular arrhythmias in horses is a highly promising technique to provide a permanent treatment.}},
  author       = {{Buschmann, Eva}},
  keywords     = {{Horse,Cardiology,Arrhythmias,Electrophysiology}},
  language     = {{eng}},
  pages        = {{295}},
  publisher    = {{Ghent University. Faculty of Veterinary Medicine.}},
  school       = {{Ghent University}},
  title        = {{Radiofrequency catheter ablation as a new treatment for supraventricular arrhythmias in horses}},
  year         = {{2025}},
}