
SPE 2024 : bevestiging en ondersteuning van de VVOG-richtlijnen rond inductie
- Author
- Elizaveta Fomenko (UGent) , Anne Loccufier, Bart De Keersmaecker, Dorien Lanssens, Kris De Coen (UGent) , Kristien Roelens (UGent) , Régine Goemaes and Monika Laubach
- Organization
- Abstract
- Inductie van de arbeid is een van de meest uitgevoerde verloskundige interventies wereldwijd en heeft in Vlaanderen de afgelopen tien jaar een gestage toename gekend. Hoewel inductie in specifieke klinische situaties een belangrijke rol speelt in het verlagen van maternale en neonatale risico’s op complicaties, roept de bredere toepassing ervan – zoals routinematige inductie op 39 weken – vragen op. De recentste richtlijnen van de Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (VVOG) en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) benadrukken het belang van een op maat gemaakte benadering, waarbij inductie vóór 39 weken zonder medische indicatie wordt afgeraden en waarbij gedeelde besluitvorming centraal staat. Op basis van een week-tot-weekanalyse van de data van het Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie (SPE) bevestigen onze bevindingen deze richtlijnen. Spontane arbeid gaat over het algemeen gepaard met betere perinatale uitkomsten in vergelijking met een inductie binnen dezelfde zwangerschapsduur. Inductie vóór 39 weken verhoogt significant de odds op een slechtere apgarscore en opname op neonatologie. En hoewel de odds op instrumentele bevallingen en secundaire keizersneden toenemen na 39 weken, blijven deze in de spontane arbeidsgroep lager dan bij inductie op 39 weken. Onze analyse onderstreept het belang van een genuanceerde, niet-routinematige benadering van inductie, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke klinische situatie en de voorkeuren van de ouders. Het bieden van heldere informatie en het stimuleren van gedeelde besluitvorming moeten een integraal onderdeel vormen van de perinatale zorg. Deze patiëntgerichte aanpak verhoogt niet alleen het vertrouwen van ouders, maar draagt ook bij aan optimale uitkomsten voor moeder en kind.
Downloads
-
(...).pdf
- full text
- |
- UGent only
- |
- |
- 110.45 KB
Citation
Please use this url to cite or link to this publication: http://hdl.handle.net/1854/LU-01JVPRRYC6TGBGSXXGVY012M9X
- MLA
- Fomenko, Elizaveta, et al. “SPE 2024 : Bevestiging En Ondersteuning van de VVOG-Richtlijnen Rond Inductie.” GUNAÏKEIA (NEDERLANDSE ED.), vol. 30, no. 3, 2025, pp. 6–8.
- APA
- Fomenko, E., Loccufier, A., De Keersmaecker, B., Lanssens, D., De Coen, K., Roelens, K., … Laubach, M. (2025). SPE 2024 : bevestiging en ondersteuning van de VVOG-richtlijnen rond inductie. GUNAÏKEIA (NEDERLANDSE ED.), 30(3), 6–8.
- Chicago author-date
- Fomenko, Elizaveta, Anne Loccufier, Bart De Keersmaecker, Dorien Lanssens, Kris De Coen, Kristien Roelens, Régine Goemaes, and Monika Laubach. 2025. “SPE 2024 : Bevestiging En Ondersteuning van de VVOG-Richtlijnen Rond Inductie.” GUNAÏKEIA (NEDERLANDSE ED.) 30 (3): 6–8.
- Chicago author-date (all authors)
- Fomenko, Elizaveta, Anne Loccufier, Bart De Keersmaecker, Dorien Lanssens, Kris De Coen, Kristien Roelens, Régine Goemaes, and Monika Laubach. 2025. “SPE 2024 : Bevestiging En Ondersteuning van de VVOG-Richtlijnen Rond Inductie.” GUNAÏKEIA (NEDERLANDSE ED.) 30 (3): 6–8.
- Vancouver
- 1.Fomenko E, Loccufier A, De Keersmaecker B, Lanssens D, De Coen K, Roelens K, et al. SPE 2024 : bevestiging en ondersteuning van de VVOG-richtlijnen rond inductie. GUNAÏKEIA (NEDERLANDSE ED). 2025;30(3):6–8.
- IEEE
- [1]E. Fomenko et al., “SPE 2024 : bevestiging en ondersteuning van de VVOG-richtlijnen rond inductie,” GUNAÏKEIA (NEDERLANDSE ED.), vol. 30, no. 3, pp. 6–8, 2025.
@article{01JVPRRYC6TGBGSXXGVY012M9X, abstract = {{Inductie van de arbeid is een van de meest uitgevoerde verloskundige interventies wereldwijd en heeft in Vlaanderen de afgelopen tien jaar een gestage toename gekend. Hoewel inductie in specifieke klinische situaties een belangrijke rol speelt in het verlagen van maternale en neonatale risico’s op complicaties, roept de bredere toepassing ervan – zoals routinematige inductie op 39 weken – vragen op. De recentste richtlijnen van de Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (VVOG) en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) benadrukken het belang van een op maat gemaakte benadering, waarbij inductie vóór 39 weken zonder medische indicatie wordt afgeraden en waarbij gedeelde besluitvorming centraal staat. Op basis van een week-tot-weekanalyse van de data van het Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie (SPE) bevestigen onze bevindingen deze richtlijnen. Spontane arbeid gaat over het algemeen gepaard met betere perinatale uitkomsten in vergelijking met een inductie binnen dezelfde zwangerschapsduur. Inductie vóór 39 weken verhoogt significant de odds op een slechtere apgarscore en opname op neonatologie. En hoewel de odds op instrumentele bevallingen en secundaire keizersneden toenemen na 39 weken, blijven deze in de spontane arbeidsgroep lager dan bij inductie op 39 weken. Onze analyse onderstreept het belang van een genuanceerde, niet-routinematige benadering van inductie, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke klinische situatie en de voorkeuren van de ouders. Het bieden van heldere informatie en het stimuleren van gedeelde besluitvorming moeten een integraal onderdeel vormen van de perinatale zorg. Deze patiëntgerichte aanpak verhoogt niet alleen het vertrouwen van ouders, maar draagt ook bij aan optimale uitkomsten voor moeder en kind.}}, author = {{Fomenko, Elizaveta and Loccufier, Anne and De Keersmaecker, Bart and Lanssens, Dorien and De Coen, Kris and Roelens, Kristien and Goemaes, Régine and Laubach, Monika}}, issn = {{1373-6647}}, journal = {{GUNAÏKEIA (NEDERLANDSE ED.)}}, language = {{dut}}, number = {{3}}, pages = {{6--8}}, title = {{SPE 2024 : bevestiging en ondersteuning van de VVOG-richtlijnen rond inductie}}, volume = {{30}}, year = {{2025}}, }