- Author
- Johan De Mol (UGent) , Luc Desmedt, Marc Broeckaert, Etienne Van Daele and Jan Pelckmans
- Organization
- Abstract
- De vele fietsongevallen in de omgeving van tramrails geven aan dat de veiligheid van de fietser niet verzekerd is. In 2014 voerde de Dienst tram en trolleybus- De Lijn Oost-Vlaanderen de eerste testen uit met een rubberen opvulmateriaal. Na verloop van tijd stopte De Lijn dit eerste onderzoek. De ReBo (ReizigersBond)/UGent diende bij minister Peeters (Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken.) een onderzoeksvoorstel in. Dit onderzoeksvoorstel -samenwerking UGent, ReBo, Fietsersbond, De Lijn, stad Gent- had tot doeleen geschikt opvulmateriaal te vinden. In samenwerking met de FietsersBond en De Lijn contacteerde ReBo/UGent twee materiaalexperten. ReBo/UGent legde daarop contacten met labo’s die in staat waren om de nodige testen uit te voeren. Daarenboven had ReBo/UGent contact met een verantwoordelijke van Vlaio. Om een dergelijk onderzoek naar een geschikte opvulmateriaal op te zetten, moet(en) eerst een/meerdere bedrij(ven)f bereid gevonden worden om de probleemstelling (zoeken naar een geschikt product) te starten, dan kan subsidie naar dat bedrijf gaan; deze subsidie kan voor een deel de kosten van het bedrijf dekken. ReBo/Fietsersbond had een eerste contact met 2 in de probleemstelling geïnteresseerde bedrijven die mogelijk een product kunnen ontwikkelen. Op basis van contacten met verschillende producenten, werd hen gevraagd een plan van aanpak te ontwikkelen. Op basis van deze plannen van aanpak, maakte De Lijn een innovatieproject (PIO-project). Uit de Onderzoeken/analyse van de technieken/materialen toegepast in andere steden bleek dat geen enkel bestaand opvulmateriaal ofwel geschikt was (testen in andere steden) ofwel niet kon getest worden door het Gentse lab. Vervolgens testte De Lijn een vulling (labo en fietsers). Er bestaat geen zekerheid of dit materiaal voldoende geschikt is of zal zijn. Uit dit alles kon afgeleid worden dat op korte of middenlange termijn een geschikt opvulmateriaal niet ter beschikking zal zijn. De kans op fietsongevallen bleef hierdoor onverminderd bestaan. Aanvullend bij de onderzoeksopdracht -verhogen fietsveiligheid nabij tramrails- onderzocht ReBo/Fietsersbond/De Lijn/UGent, andere pistes. Vermits ontvlechting slechts een oplossing kan bieden op beperkte plaatsen (in Gent zou de piste ontvlechting zelf leiden dat een belangrijk deel van de stad, met de fiets onbereikbaar zou zijn), werd naar andere oplossingen gezocht. Via een veilige aanduiding (plaats waar op tijd de sporen kunnen gekruist worden) van een veilig/comfortabel rijpad, kunnen conflicten vermeden worden. Richtlijnen (vademecum) kunnen daartoe constructief worden gebruikt. Op plaatsen waar en wanneer de tram niet in eigen bedding maar in gewone bestrating rijdt, is fietsen in de buurt van de tram bijna altijd problematisch. Dat heeft onder andere te maken met het bijzonder grote massaverschil tussen tram en fietser en met de permanente aanwezigheid van de tramsporen. Tramsporen zijn een risicofactor voor eenzijdige ongevallen, soms met ernstige gevolgen. Omdat eenzijdige ongevallen bij fietsers vaak niet geregistreerd worden, is het probleem onderbelicht. De belangrijkste oorzaken van valpartijen zijn het fietswiel dat vast komt te zitten in de tramsporen en het oversteken van tramsporen. Bij nat weer zijn de tramsporen glad, waardoor fietsers kunnen uitglijden. Zelfs wanneer de tramsporen goed verwerkt zijn in het wegdek, blijven er minieme hoogteverschillen bestaan die tot valpartijen kunnen leiden. Het aansluiten van rail en wegdek is een conditio sine qua non voor veilig fiets- en voetgangersverkeer. Slechte aansluitingen rail/wegdek vormen mede een mogelijk oorzaak voor valpartijen. Circulatiemaatregelen zorgen ervoor dat de druk van het gemotoriseerd verkeer gevoelig wordt gereduceerd, wat aangenamer en veiliger is voor het fietsverkeer. Bovendien kunnen fietsers zich zo beter focussen op hun operationele rijtaak, waarvan het ontwijken van de tramsporen een belangrijk deel is. Een veilig/comfortabel rijpad kan via een fiche in het vademecum fiets worden vorm gegeven. In het onderzoeksrapport wordt gedetailleerd aangeduid hoe een veilig/comfortabel rijpad kan worden ontwikkeld. De basisprincipes van dit veilig/comfortabel rijpad zijn reeds aanvaard; de gedetailleerde uitwerking zal vermoedelijk op korte termijn worden vastgelegd. Een specifieke coating van dit rijpad zal vermoedelijk hierbij horen. De fietser wordt aanbevolen om dit rijpad te volgen; hij/zij is echter vrij om een ander rijpad te kiezen. Indien een veilig/comfortabel rijpad wordt ontwikkeld kunnen mogelijke conflicten/ ongevallen van fietsers in de buurt van tramrails sterk worden beperkt. Ter toetsing werd in twee abstracts (Filling the gap en a Space Odyssee) dit voorstel op zowel congres Fietsverbinding (nationaal 19 juni 2024) als congres Velocity (internationaal 21 juni 2024) voorgelegd. Telkens werd dit voorstel erg gunstig onthaald. Dit project heeft als belangrijk resultaat gehad dat de problematiek van fietsongevallen/tram opnieuw onder de aandacht gebracht wordt. Dit betekent dat de ver-schillende beleidsniveaus initiatieven hebben ondernomen om de fietsveiligheid te verbeteren. Naast mogelijke maatregelen op korte termijn blijft de noodzaak bestaan om duurzame oplossingen op langere termijn te ontwikkelen.
- Keywords
- Veilig pad fietsongevallen tramsporen ontvlechtenmilderende maatregelen bij gemengd verkeer circulatiemaatregelen monoliete wegverharding ISA ADAS ACC coating richtlijnen fietsvademecum rugdekking
Downloads
-
(...).pdf
- full text (Accepted manuscript)
- |
- UGent only
- |
- |
- 9.33 MB
Citation
Please use this url to cite or link to this publication: http://hdl.handle.net/1854/LU-01JANV63KTR3NGWJXW1GTC8NC8
- MLA
- De Mol, Johan, et al. Fietsongevallen En Traminfrastructuur. Edited by Winfried Huba et al., 2024, pp. 1–101.
- APA
- De Mol, J., Desmedt, L., Broeckaert, M., Van Daele, E., & Pelckmans, J. (2024). Fietsongevallen en traminfrastructuur (W. Huba, D. Claes, & Y. De Bruyckere, Eds.). Gent.
- Chicago author-date
- De Mol, Johan, Luc Desmedt, Marc Broeckaert, Etienne Van Daele, and Jan Pelckmans. 2024. “Fietsongevallen En Traminfrastructuur.” Edited by Winfried Huba, Dirk Claes, and Yves De Bruyckere. Gent.
- Chicago author-date (all authors)
- De Mol, Johan, Luc Desmedt, Marc Broeckaert, Etienne Van Daele, and Jan Pelckmans. 2024. “Fietsongevallen En Traminfrastructuur.” Ed by. Winfried Huba, Dirk Claes, and Yves De Bruyckere. Gent.
- Vancouver
- 1.De Mol J, Desmedt L, Broeckaert M, Van Daele E, Pelckmans J. Fietsongevallen en traminfrastructuur. Huba W, Claes D, De Bruyckere Y, editors. Gent; 2024. p. 1–101.
- IEEE
- [1]J. De Mol, L. Desmedt, M. Broeckaert, E. Van Daele, and J. Pelckmans, “Fietsongevallen en traminfrastructuur.” Gent, pp. 1–101, 2024.
@misc{01JANV63KTR3NGWJXW1GTC8NC8, abstract = {{De vele fietsongevallen in de omgeving van tramrails geven aan dat de veiligheid van de fietser niet verzekerd is. In 2014 voerde de Dienst tram en trolleybus- De Lijn Oost-Vlaanderen de eerste testen uit met een rubberen opvulmateriaal. Na verloop van tijd stopte De Lijn dit eerste onderzoek. De ReBo (ReizigersBond)/UGent diende bij minister Peeters (Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken.) een onderzoeksvoorstel in. Dit onderzoeksvoorstel -samenwerking UGent, ReBo, Fietsersbond, De Lijn, stad Gent- had tot doeleen geschikt opvulmateriaal te vinden. In samenwerking met de FietsersBond en De Lijn contacteerde ReBo/UGent twee materiaalexperten. ReBo/UGent legde daarop contacten met labo’s die in staat waren om de nodige testen uit te voeren. Daarenboven had ReBo/UGent contact met een verantwoordelijke van Vlaio. Om een dergelijk onderzoek naar een geschikte opvulmateriaal op te zetten, moet(en) eerst een/meerdere bedrij(ven)f bereid gevonden worden om de probleemstelling (zoeken naar een geschikt product) te starten, dan kan subsidie naar dat bedrijf gaan; deze subsidie kan voor een deel de kosten van het bedrijf dekken. ReBo/Fietsersbond had een eerste contact met 2 in de probleemstelling geïnteresseerde bedrijven die mogelijk een product kunnen ontwikkelen. Op basis van contacten met verschillende producenten, werd hen gevraagd een plan van aanpak te ontwikkelen. Op basis van deze plannen van aanpak, maakte De Lijn een innovatieproject (PIO-project). Uit de Onderzoeken/analyse van de technieken/materialen toegepast in andere steden bleek dat geen enkel bestaand opvulmateriaal ofwel geschikt was (testen in andere steden) ofwel niet kon getest worden door het Gentse lab. Vervolgens testte De Lijn een vulling (labo en fietsers). Er bestaat geen zekerheid of dit materiaal voldoende geschikt is of zal zijn. Uit dit alles kon afgeleid worden dat op korte of middenlange termijn een geschikt opvulmateriaal niet ter beschikking zal zijn. De kans op fietsongevallen bleef hierdoor onverminderd bestaan. Aanvullend bij de onderzoeksopdracht -verhogen fietsveiligheid nabij tramrails- onderzocht ReBo/Fietsersbond/De Lijn/UGent, andere pistes. Vermits ontvlechting slechts een oplossing kan bieden op beperkte plaatsen (in Gent zou de piste ontvlechting zelf leiden dat een belangrijk deel van de stad, met de fiets onbereikbaar zou zijn), werd naar andere oplossingen gezocht. Via een veilige aanduiding (plaats waar op tijd de sporen kunnen gekruist worden) van een veilig/comfortabel rijpad, kunnen conflicten vermeden worden. Richtlijnen (vademecum) kunnen daartoe constructief worden gebruikt. Op plaatsen waar en wanneer de tram niet in eigen bedding maar in gewone bestrating rijdt, is fietsen in de buurt van de tram bijna altijd problematisch. Dat heeft onder andere te maken met het bijzonder grote massaverschil tussen tram en fietser en met de permanente aanwezigheid van de tramsporen. Tramsporen zijn een risicofactor voor eenzijdige ongevallen, soms met ernstige gevolgen. Omdat eenzijdige ongevallen bij fietsers vaak niet geregistreerd worden, is het probleem onderbelicht. De belangrijkste oorzaken van valpartijen zijn het fietswiel dat vast komt te zitten in de tramsporen en het oversteken van tramsporen. Bij nat weer zijn de tramsporen glad, waardoor fietsers kunnen uitglijden. Zelfs wanneer de tramsporen goed verwerkt zijn in het wegdek, blijven er minieme hoogteverschillen bestaan die tot valpartijen kunnen leiden. Het aansluiten van rail en wegdek is een conditio sine qua non voor veilig fiets- en voetgangersverkeer. Slechte aansluitingen rail/wegdek vormen mede een mogelijk oorzaak voor valpartijen. Circulatiemaatregelen zorgen ervoor dat de druk van het gemotoriseerd verkeer gevoelig wordt gereduceerd, wat aangenamer en veiliger is voor het fietsverkeer. Bovendien kunnen fietsers zich zo beter focussen op hun operationele rijtaak, waarvan het ontwijken van de tramsporen een belangrijk deel is. Een veilig/comfortabel rijpad kan via een fiche in het vademecum fiets worden vorm gegeven. In het onderzoeksrapport wordt gedetailleerd aangeduid hoe een veilig/comfortabel rijpad kan worden ontwikkeld. De basisprincipes van dit veilig/comfortabel rijpad zijn reeds aanvaard; de gedetailleerde uitwerking zal vermoedelijk op korte termijn worden vastgelegd. Een specifieke coating van dit rijpad zal vermoedelijk hierbij horen. De fietser wordt aanbevolen om dit rijpad te volgen; hij/zij is echter vrij om een ander rijpad te kiezen. Indien een veilig/comfortabel rijpad wordt ontwikkeld kunnen mogelijke conflicten/ ongevallen van fietsers in de buurt van tramrails sterk worden beperkt. Ter toetsing werd in twee abstracts (Filling the gap en a Space Odyssee) dit voorstel op zowel congres Fietsverbinding (nationaal 19 juni 2024) als congres Velocity (internationaal 21 juni 2024) voorgelegd. Telkens werd dit voorstel erg gunstig onthaald. Dit project heeft als belangrijk resultaat gehad dat de problematiek van fietsongevallen/tram opnieuw onder de aandacht gebracht wordt. Dit betekent dat de ver-schillende beleidsniveaus initiatieven hebben ondernomen om de fietsveiligheid te verbeteren. Naast mogelijke maatregelen op korte termijn blijft de noodzaak bestaan om duurzame oplossingen op langere termijn te ontwikkelen.}}, author = {{De Mol, Johan and Desmedt, Luc and Broeckaert, Marc and Van Daele, Etienne and Pelckmans, Jan}}, editor = {{Huba, Winfried and Claes, Dirk and De Bruyckere, Yves}}, keywords = {{Veilig pad fietsongevallen tramsporen ontvlechtenmilderende maatregelen bij gemengd verkeer circulatiemaatregelen monoliete wegverharding ISA ADAS ACC coating richtlijnen fietsvademecum rugdekking}}, language = {{dut}}, pages = {{1--101}}, title = {{Fietsongevallen en traminfrastructuur}}, year = {{2024}}, }