Advanced search
1 file | 4.08 MB Add to list

Alternating Dat-Nom/Nom-Dat verbs in German and Icelandic : a corpus study

Joren Somers (UGent)
(2024)
Author
Promoter
(UGent) and (UGent)
Organization
Abstract
Deze thesis bestudeert alternerende Dat-Nom/Nom-Dat-werkwoorden in het Duits en het IJslands. Dergelijke werkwoorden beschikken over twee neutrale woordvolgordepatronen: datief-voor-nominatief en nominatief-voor-datief. Ik bied eerst en vooral een exhaustief overzicht van alle Dat-Nom/Nom-Dat-werkwoorden in het Duits, die ik vervolgens semantisch cluster. Uit die clustering blijkt dat de meeste Duitse Dat-Nom/Nom-Dat-werkwoorden te maken hebben met emotie, cognitie en winst en voordeel. Ten tweede presenteer ik de resultaten van twee analoge corpusstudies, een voor elke taal in kwestie. Die studies zijn gebaseerd op twee zustercorpora: het deTenTen13-corpus voor het Duits en het isTenTen20-corpus voor het IJslands. Het totale aantal targetwerkwoorden bedraagt 81: 76 voor het Duits en vijf voor het IJslands. De resultaten worden vergeleken met een controlegroep van niet-alternerende Nom-Dat-werkwoorden van het type ‘helpen’, die bestaat uit vijf werkwoorden elk voor het IJslands en het Duits. Een tweede controlegroep bestaat uit vijf niet-alternerende werkwoorden van het type ‘bevallen, behagen’, die enkel in het IJslands voorkomen. De dataset omvat in totaal 17.000 tokens en werd voor tien variabelen geannoteerd: werkwoord, naamval, (pro)nominaliteit, referentialiteit, type voornaamwoord, persoon, getal, bepaaldheid, bezieldheid en lengte. Woordvolgordestatistieken bevestigen dat Nom-Dat-werkwoorden van het type ‘helpen’ systematisch de nominatief aan de datief vooraf laten gaan: topicalisatie van de datief komt in het Duits in amper 4% van de gevallen voor, terwijl dat voor het IJslands in slechts 1% van de gevallen gebeurt. Het ligt geheel in de lijn van de verwachtingen dat IJslandse Dat-Nom-werkwoorden (type ‘bevallen, behagen’) het spiegelbeeld vormen van de Nom-Dat-groep, aangezien zij de nominatief in amper 1% van de gevallen topicaliseren. Alternerende Dat-Nom/Nom-Dat-werkwoorden, en dat zowel in het Duits als in het IJslands, laten een heel ander beeld zien, aangezien de prevalentie van elk van beide woordvolgordepatronen in hun geval veel gelijkmatiger is. Hieruit blijkt onomstotelijk dat de targetwerkwoorden noch Nom-Dat-werkwoorden, noch Dat-Nom-werkwoorden zijn, zoals verschillende kampen in de Duitse taalkunde beweren. Dat-Nom/Nom-Dat-werkwoorden kunnen daarentegen beide woordvolgordepatronen aannemen, aangezien ze twee argumentstructuurconstructies bezitten: de Dat-Nom-constructie en de Nom-Dat-constructie. Uit een multivariate analyse van de Duitse data blijkt dat bij alternerende werkwoorden de keuze tussen beide argumentstructuurconstructies, Dat-Nom en Nom-Dat, vooral correleert met de (pro)nominaliteit van de datief, de (pro)nominaliteit van de nominatief en lengte. Het werkwoord an sich heeft ook een invloed, wat toont dat individuele werkwoorden individuele voorkeuren hebben. Als beide zinsdelen zelfstandignaamwoordgroepen zijn, blijken lengte en onbepaaldheid van de nominatief de sterkste predictoren. Voor het IJslands zijn onbepaaldheid en lengte, ongeacht de casusmarkering, evenzeer belangrijke factoren in contexten met twee zelfstandignaamwoordgroepen. Het IJslands is echter duidelijk gevoeliger voor de invloed van voornaamwoorden, vooral als die in de nominatief staan. De resultaten van deze studie bevestigen dat het IJslands en het Duits beide beschikken over een klasse alternerende Dat-Nom/Nom-Dat-werkwoorden, die twee diametraal tegenovergestelde woordvolgordes kunnen aannemen: datief-voor-nominatief en nominatief-voor-datief. Dat betekent dat beide zinsdelen van dit soort werkwoorden zich syntactisch kunnen gedragen als het onderwerp, aangezien ze beide de volgordeproef doorstaan, maar uiteraard niet op hetzelfde moment.
The present thesis investigates alternating Dat-Nom/Nom-Dat verbs in German and Icelandic. Such verbs possess two neutral word orders: dative-before-nominative and nominative-before-dative. First, this thesis offers an exhaustive overview of all Dat-Nom/Nom-Dat verbs in German, which are subsequently clustered semantically. It turns out that most, but not all, alternating verbs in that language pertain to emotions, cognitive processes and contexts of gain and benefit. Second, I present the results of two parallel corpus studies, one for each language under study, using two sister corpora: the deTenTen13 corpus for German and the isTenTen20 corpus for Icelandic. These studies build on a total of 81 target verbs: 76 for German and five for Icelandic. The findings are compared to a baseline established with a control set of non-alternating Nom-Dat verbs of the help-type, with five verbs each for Icelandic and German, and an additional control set of five non-alternating Dat-Nom verbs of the like-type, which are solely found in Icelandic. The entire dataset consists of 17,000 tokens and has been annotated for ten variables: verb, case, (pro)nominality, referentiality, pronoun type, person, number, definiteness, animacy and length. Simple word order statistics confirm that Nom-Dat help-verbs consistently occur with the nominative-before-dative word order, with the dative topicalised in at most 4% of instances in German and 1% in Icelandic. Not unexpectedly, Dat-Nom like-verbs in Icelandic mirror these numbers with the nominative topicalised in ca. 1% of instances. In contrast, for alternating Dat-Nom/Nom-Dat verbs in both Icelandic and German, the numbers are drastically different, with the distribution across the two diametrically opposed word orders being considerably more even. These word order statistics demonstrate beyond doubt that the target verbs are neither Nom-Dat verbs nor Dat-Nom verbs, as argued by different camps in the German scholarship, but may instead instantiate either word order pattern, as they possess two argument structure constructions: the Dat-Nom and the Nom-Dat argument structure construction. A multivariate analysis of the German data has revealed that the choice of the two argument structure constructions, Dat-Nom and Nom-Dat of alternating verbs, chiefly correlates with dative (pro)nominality, nominative (pro)nominality and length. Verb type also exerts an influence, thus showing that individual verbs have individual inclinations. In contexts with two full NPs, the strongest predictors turn out to be length and nominative indefiniteness. For Icelandic, indefiniteness and length, regardless of case marking, are also important factors in clauses involving two full NPs. However, Icelandic is markedly more sensitive to the influence of pronouns, especially if they bear nominative case marking. The results of this study principally confirm that Icelandic and German possess a class of alternating Dat-Nom/Nom-Dat verbs which instantiate two diametrically-opposed neutral word orders: dative-before-nominative and nominative-before-dative. This, in turn, means that either argument of alternating verbs behaves syntactically as a subject with regard to the word order test, yet evidently not at the same time.

Downloads

  • Doctoraatsthesis.pdf
    • full text (Published version)
    • |
    • open access
    • |
    • PDF
    • |
    • 4.08 MB

Citation

Please use this url to cite or link to this publication:

MLA
Somers, Joren. Alternating Dat-Nom/Nom-Dat Verbs in German and Icelandic : A Corpus Study. Ghent University. Faculty of Arts and Philosophy, 2024.
APA
Somers, J. (2024). Alternating Dat-Nom/Nom-Dat verbs in German and Icelandic : a corpus study. Ghent University. Faculty of Arts and Philosophy, Ghent, Belgium.
Chicago author-date
Somers, Joren. 2024. “Alternating Dat-Nom/Nom-Dat Verbs in German and Icelandic : A Corpus Study.” Ghent, Belgium: Ghent University. Faculty of Arts and Philosophy.
Chicago author-date (all authors)
Somers, Joren. 2024. “Alternating Dat-Nom/Nom-Dat Verbs in German and Icelandic : A Corpus Study.” Ghent, Belgium: Ghent University. Faculty of Arts and Philosophy.
Vancouver
1.
Somers J. Alternating Dat-Nom/Nom-Dat verbs in German and Icelandic : a corpus study. [Ghent, Belgium]: Ghent University. Faculty of Arts and Philosophy; 2024.
IEEE
[1]
J. Somers, “Alternating Dat-Nom/Nom-Dat verbs in German and Icelandic : a corpus study,” Ghent University. Faculty of Arts and Philosophy, Ghent, Belgium, 2024.
@phdthesis{01J6G0H57EPYMPYFZPYZQPHDMG,
  abstract     = {{Deze thesis bestudeert alternerende Dat-Nom/Nom-Dat-werkwoorden in het Duits en het IJslands. Dergelijke werkwoorden beschikken over twee neutrale woordvolgordepatronen: datief-voor-nominatief en nominatief-voor-datief. Ik bied eerst en vooral een exhaustief overzicht van alle Dat-Nom/Nom-Dat-werkwoorden in het Duits, die ik vervolgens semantisch cluster. Uit die clustering blijkt dat de meeste Duitse Dat-Nom/Nom-Dat-werkwoorden te maken hebben met emotie, cognitie en winst en voordeel. Ten tweede presenteer ik de resultaten van twee analoge corpusstudies, een voor elke taal in kwestie. Die studies zijn gebaseerd op twee zustercorpora: het deTenTen13-corpus voor het Duits en het isTenTen20-corpus voor het IJslands. Het totale aantal targetwerkwoorden bedraagt 81: 76 voor het Duits en vijf voor het IJslands.
De resultaten worden vergeleken met een controlegroep van niet-alternerende Nom-Dat-werkwoorden van het type ‘helpen’, die bestaat uit vijf werkwoorden elk voor het IJslands en het Duits. Een tweede controlegroep bestaat uit vijf niet-alternerende werkwoorden van het type ‘bevallen, behagen’, die enkel in het IJslands voorkomen. De dataset omvat in totaal 17.000 tokens en werd voor tien variabelen geannoteerd: werkwoord, naamval, (pro)nominaliteit, referentialiteit, type voornaamwoord, persoon, getal, bepaaldheid, bezieldheid en lengte.
Woordvolgordestatistieken bevestigen dat Nom-Dat-werkwoorden van het type ‘helpen’ systematisch de nominatief aan de datief vooraf laten gaan: topicalisatie van de datief komt in het Duits in amper 4% van de gevallen voor, terwijl dat voor het IJslands in slechts 1% van de gevallen gebeurt. Het ligt geheel in de lijn van de verwachtingen dat IJslandse Dat-Nom-werkwoorden (type ‘bevallen, behagen’) het spiegelbeeld vormen van de Nom-Dat-groep, aangezien zij de nominatief in amper 1% van de gevallen topicaliseren. Alternerende Dat-Nom/Nom-Dat-werkwoorden, en dat zowel in het Duits als in het IJslands, laten een heel ander beeld zien, aangezien de prevalentie van elk van beide woordvolgordepatronen in hun geval veel gelijkmatiger is. Hieruit blijkt onomstotelijk dat de targetwerkwoorden noch Nom-Dat-werkwoorden, noch Dat-Nom-werkwoorden zijn, zoals verschillende kampen in de Duitse taalkunde beweren. Dat-Nom/Nom-Dat-werkwoorden kunnen daarentegen beide woordvolgordepatronen aannemen, aangezien ze twee argumentstructuurconstructies bezitten: de Dat-Nom-constructie en de Nom-Dat-constructie.
Uit een multivariate analyse van de Duitse data blijkt dat bij alternerende werkwoorden de keuze tussen beide argumentstructuurconstructies, Dat-Nom en Nom-Dat, vooral correleert met de (pro)nominaliteit van de datief, de (pro)nominaliteit van de nominatief en lengte. Het werkwoord an sich heeft ook een invloed, wat toont dat individuele werkwoorden individuele voorkeuren hebben. Als beide zinsdelen zelfstandignaamwoordgroepen zijn, blijken lengte en onbepaaldheid van de nominatief de sterkste predictoren. Voor het IJslands zijn onbepaaldheid en lengte, ongeacht de casusmarkering, evenzeer belangrijke factoren in contexten met twee zelfstandignaamwoordgroepen. Het IJslands is echter duidelijk gevoeliger voor de invloed van voornaamwoorden, vooral als die in de nominatief staan.
De resultaten van deze studie bevestigen dat het IJslands en het Duits beide beschikken over een klasse alternerende Dat-Nom/Nom-Dat-werkwoorden, die twee diametraal tegenovergestelde woordvolgordes kunnen aannemen: datief-voor-nominatief en nominatief-voor-datief. Dat betekent dat beide zinsdelen van dit soort werkwoorden zich syntactisch kunnen gedragen als het onderwerp, aangezien ze beide de volgordeproef doorstaan, maar uiteraard niet op hetzelfde moment.}},
  author       = {{Somers, Joren}},
  language     = {{eng}},
  pages        = {{XVIII, 244}},
  publisher    = {{Ghent University. Faculty of Arts and Philosophy}},
  school       = {{Ghent University}},
  title        = {{Alternating Dat-Nom/Nom-Dat verbs in German and Icelandic : a corpus study}},
  year         = {{2024}},
}